De Bengalen stammen af van de kleinste wilde kat die voorkomt in Azië en India: de Aziatische Luipaardkat. Vanaf de jaren 60 zijn deze gekruist met de gewone huiskat, wat uiteindelijk resulteerde in de bengaal zoals we die nu kennen.
Bengalen zijn zeer intelligente katten: ze zijn nieuwsgierig van aard en leggen snel verbanden. Een bengaal is ook met wat tijd en aandacht een redelijk trainbare kat.
Onze bengalen houden van knuffelen. Ze liggen graag bij je en komen regelmatig om aandacht vragen. Het blijven katten, dus natuurlijk wel op de momenten die zij liever zelf bepalen.

De gedragsverschillen tussen de katten komen voort uit het bewust fokken op bepaalde karaktereigenschappen. Onze poezen zijn erg “makkelijk” en zachtaardig. Dat vinden wij heel belangrijk, de bengaaltjes zijn tenslotte onderdeel van het gezin.
Ook de manier van socialisatie en de leefsituatie van jonge kittens spelen een grote rol in het gedrag en het karakter van de bengalen op latere leeftijd. Onze kittens worden vanaf het begin goed gesocialiseerd in de woonkamer met andere dieren, mensen en regelmatig bezoek van kinderen. Ook leren ze dat een reismand echt heel leuk kan zijn, dat nageltjes knippen niet eng is, de dierenarts best aardig is en dat honden en kinderen ook leuke maatjes kunnen zijn.